Mijn dierbaar dorp Kortezwaag | deel 4

mei 11, 2014 in historie, nieuws door Redactie

Door Anne Veenstra

’t Leantsje (’t Laantje)

Als we vanaf het Easterein de brug over gaan, dan lopen we recht op de kruidenierswinkel van Geert en Jantje Teyema af. Hier kopen we de Maple Leafkauwgum met voetbalplaatjes en mocht je die al hebben, dan worden ze meteen geruild bij wachtende vriendjes. We moeten hier ook vaak boodschappen doen voor Mem, die dan aan het einde van de week afrekent met de kruidenier als die de boodschappen bij ons thuis bezorgt. Vrijdagsavonds komt hij langs om de boodschappenlijst samen te stellen. Dat gaat zo: mijn moeder noemt op wat ze moet hebben en Teyema schrijft dat in een boekje. Als Mem klaar is met opnoemen, dan begint de kruidenier met “Moet vrouw Veenstra ook nog dit en dat en ik heb wat in de aanbieding en dit is wat nieuws”, enzovoort.

De volgende morgen bezorgt hij het bestelde bij ons thuis. De ene week levert Geert Teyema, de volgende week Wiebe van der Wijk. Als mijn broer en/of ik doordeweeks boodschappen moeten doen, dan doen we dat bij de kruidenier die ’s zaterdags bij ons boodschappen komt bezorgen, dit in verband met het afrekenen van de door ons gehaalde boodschappen. Wij hoeven dus nooit geld mee.

Ik vind boodschappen doen leuk en zie hoe de winkelier zout en suiker en snoep en meer zulke artikelen uit de blikken en flessen in de papieren zakken schept. Voor de stroop neem ik van huis het lege blikje mee en daar wordt de verse stroop weer in gedaan. Ik maakte eens mee dat een vriendje wel geld mee had gekregen, dat zijn moeder in het lege blikje had gedaan. Daar had Gerrit niet aan gedacht en het resultaat was dat de stroop boven op het geld werd gegoten!

mijn dorp12Naast de winkel van Teyema is een heel slordig met gele steentjes geplaveid weggetje, dat ’t Leantsje wordt genoemd. Aan het einde van dit straatje is een bruggetje, waar je over kunt naar de grote witte boerderij van veekoopman Wiebe Hofma. Zoon Henk was een klasgenoot van mij in de eerste klas, welke klas hij moet doubleren.Toch blijft hij ons vriendje.

Aan de rechterkant van het straatje staat een blok huisjes, die wel op de “barakken” aan de de Dwarsvaart lijken. Het zal ook wel een vorm van sociale woningbouw zijn. In eerste instanties zijn de barakken er aan de Dwarsvaart neergezet voor Belgische vluchtelingen en ze waren destijds van hout. Na een opknapbeurt met steen waren ze voor de sociale woningbouw.

mijn dorp13Achter deze huisjes van ’t Leantsje is “Veenstra’s lântsje”, waar wij zo graag voetballen en waar we ook bij O.D.K. onder leiding van “lange Anne”(van der Meulen) korfballen.

In een huisje links in dit straatje woont Gooitsen (“zonder kin”) Lamerus. Als je bij het bruggetje op het ijs stapt, dan kom je via de Tsjinwyk langs De Pôle op de Opsterlandse Compagnons- vaart, vrijwel tegenover ons huis. Over de Tsjinwijk kun je ook naar Gorredijk en Lippenhuizen schaatsen langs plekken waar je anders nooit komt.

Als je op de brug bij Geert Teyema naar links gaat, dan ga je over een klinkerweg richting Gorredijk, of zoals wij zeggen “De Gerdyk”.

Vinkebuurt

Deze klinkerweg langs de vaart met zijn bijzondere sociale huizenbouw noemen wij de Vinkebuurt. Er wordt wel gezegd dat deze naam te danken is aan de gehorigheid van de sociale woningbouw aan de straat. Behalve deze huizenblokken staan er ook nogal wat eengezinswoningen en winkels en de bewoners hiervan noemen deze straat eigenlijk altijd “Langewal”’, net zoals die in Gorredijk.

De beide straten lopen vloeiend in elkaar over, zij het dat de Gorredijkster Langewal begint bij het opvallende witte huisje van Oepie de Boer. Vanaf de brug begint de Kortezwaagster Langewal met een groot huis, waaraan je kunt zien dat het vroeger een winkel was. Erachter staat een heel grote schuur. In het derde woninkje is de kapsalon van Gerrit Jansen, die vanwege zijn zwarte kuif meestal “Gerrit Jood” wordt genoemd.

Wij vinden het als kinderen geen straf naar de kapper te moeten, want het is in het salonnetje altijd een en al gezelligheid .Wij zitten soms met een hele groep te wachten en soms gaat er een vriendje gewoon voor de gezelligheid mee! Na elke kapbeurt, meestal volgens het model “bloempot”, wordt het geknipte kapsel met reukwater besproeid. Jansen gebruikt daarvoor een metalen bidon met een lange rubberen slang met knijpbal eraan. De in de salon aanwezige jeugd wordt op een onbewaakt moment ook rijkelijk met het reukwater besproeid. Omdat je nooit precies het moment weet wanneer Jansen zijn actie uitvoert, raakt hij altijd iemand. Dikke lol alom!

mijn dorp14De fotograaf van deze foto uit ongeveer 1947 staat in ’t Weike en links is de zijmuur van de bakkerij van Arjen de Vries. Op de stoep zitten het oudste dochtertje van bakker Arjen, Sytske en de dienstmeid Zusje Simons. Aan de overkant van de Opsterlandse Compagnonsvaart zien we links een klein stukje van de rijwielzaak van Koop de Boer. Rechts van Koop de Boer is het kleine winkeltje en de kap- en scheersalon (met zonnescherm) van Gerrit Jansen.
De grote paal rechts op de foto hoort bij de elektrische bedrading.

Naast de kapsalon is de rijwielzaak van Koop de Boer. Hij heeft een vrij moderne winkel en achter zijn woning is de rijwielherstelplaats. Die is te bereiken via de steeg tussen de woning van De Boer en die van de goente- en fruitwinkel van Keimpe ten Hage. Op de foto hieronder zie je dat “Dikke Keimpe” of “Keimpe Klos”, zoals wij altijd zeggen, ook al een auto heeft. Die heeft hij nodig als hij de verschillende jaarmarkten bezoekt.

Keimpe verkoopt niet alleen groente, fruit en aardappelen, maar ook vis. We halen regelmatig een pot zure haring en soms ook gebakken vis. Als Keimpe die aan het bakken is, ruik je het in heel Kortezwaag. De winkel en de groente van Keimpe ruikt trouwens ook vaak naar vis! Op de “Gerdykster Merke”’de jaarmarkt in Gorredijk, krijgen we altijd “greven” (kaantjes) van de goedzak. Wij komen regelmatig door de steeg tussen Ten Hage en De Boer.

Bij Ten Hage moeten we “achterom” als we gebakken vis gaan kopen en bij De Boer duiken we regelmatig in de werkplaats. Aan mijn fiets hoeft hij nooit te sleutelen want mijn vader is daar zelf een kei in. Ik ga wel mee met andere jongens en soms vragen we Koop, die een heel klein maar pittig vrouwtje heeft, om oude fietswielen of oude fietsbanden. Van de banden maken we tientallen elastiekjes, die we allemaal zo lang om een dikke prop krantenpapier wikkelen tot we een bal hebben om mee op straat te voetballen. Een oud fietswiel gebruiken we als hoepel. In de T.T.-tijd is het onze motor bij de onderlinge wedstrijden, maar we gebruiken hem net zo gemakkelijk als fiets of auto!

mijn dorp15Naast Keimpe is de brandstoffenzaak van Geert Veenstra, die de zaak kort geleden van zijn vader Anne Veenstra (geen familie) heeft overgenomen. Aan het gezicht van Geert kun je meestal goed zien dat zijn handelswaar nogal stoffig is. Vooral zijn ooghoeken zien eruit alsof hij de dag van tevoren voor Zwarte Piet heeft gespeeld.

Het grootste deel van de Langewal bestaat verder voor het grootste deel uit de Vinkebuurt, maar er zijn ook nog het manufacturenwinkeltje van Klaas Seinstra en een klompenwinkel van Klaas Akkerman. Kortgeleden had Wiebe Moll hier ook nog een boekwinkeltje. Na de Vinkebuurt komt de woning van Euwe Nijboer, die als vertegenwoordiger van Brons ook een auto heeft. Zoon Jelke heeft een flinke geestelijke achterstand en daarom blijft hij al jaren achtereen op de grootste bank achterin bij de vierde klas zitten. Jelke is een aardige jongen en wordt heel goed door de andere kinderen geaccepteerd.
Naast Nijboer staat, een beetje achteruit, een schuur, waarin melkboer Tinus Dijkstra zijn opslagplaats heeft.

Naast Tinus en Griet woont boer Willem de Vries, die een heel sportieve vrouw heeft. Zij, Corrie heeft veel prijzen gewonnen met schaatsen en turnen. Samen met Hildebrand Rudolphy doet ze nog wel mee aan schaatswedstrijden voor paren. Bij de ledenrijderijen van Hâldt Moed hebben ze eigenlijk alleen concurrentie van Andries de Jong en Daatje Jongsma.

Bij het kenmerkende witte huisje van Oepie de Boer begint Gorredijk en eindigt dus Kortezwaag. Tegenover de Vinkebuurt, aan de andere kant van de Opsterlandse Compagnonsvaart is de groentekwekerij van Van der School. Tussen de tuinen en de vaart is een heel smal zandpaadje, waarover je ook vanaf de Kortezwaagster brug naar Gorredijk kunt. Als het flink vriest hebben we ook nog een andere weg van Kortezwaag naar Gorredijk, namelijk de bevroren vaart. We leggen die weg dan zowel schaatsend, lopend als fietsend af! Lopen is het moeilijkst omdat we altijd klompen dragen. Daarom glijden we ook meestal in plaats van lopen. Als we op de fiets onze kunsten vertonen dan is licht remmen een sport omdat je dan langzaam onderuit glijdt en je dan zacht landt. Onverwacht remmen kan wel eens nadelige gevolgen hebben! Fietsen op het ijs wordt door de andere ijsgebruikers niet op prijs gesteld en daarom zijn we meestal ook schaatsend op het ijs te vinden.