Kortezwaag in mijn jongensjaren van café Lingsma tot Staphorsius
januari 18, 2015 in historie, nieuws door Redactie
Door Anne Veenstra
Aan het einde van het Easterein begon een sintelpad dat doorliep naar de Boppedraai. Aan het begin van het sintelpad stond, op het terrein van Willem Jonker, een houten huisje, dat bewoond werd door Hansje en Teatske Jonker met hun dochtertjes Willie en Tineke. Later woonden in dit huisje nog Wiebe Eppinga en Jeltje Houwing en Harrie Velde en zijn gezin. Het sintelpad was van belang voor de betonindustrie van Willem Jonker, die het eerste huis aan het sintelpad bewoonde. Op zijn terrein stonden vele betonnen tonnen, die hij zelf met zijn arbeiders maakte. Met een vrachtauto werden die bij de klanten bezorgd. Die vrachtauto kwam altijd langzaam op gang en als wij weer eens op, in of tussen de tonnen speelden dan sprongen we zo nu en dan eens op de laadbak. In de bocht bij de brug sprongen we er weer af. Tot die keer dat arbeider Brant Klijnstra buurjongen Ekke Foppes en mij te pakken nam! Hij minderde zó weinig vaart dat we de sprong niet aandurfden. Dan maar bij de school , maar ook daar ging het te snel. Eerst aan het einde van de Gorredijksterweg bij Bartele de Haan’s hoekje kregen we de kans om veilig van de vrachtwagen te springen. Dat betekende wel vijf kilometer terug lopen en de hele vrije woensdagmiddag was verder naar de knoppen!
Als je over de Boppedraai rechtdoor liep dan kwam je op het Liphústerpaad, dat naar de Langewijk liep, dé zwemplek voor veel Koartsweachsters. Als je echter rechtsaf sloeg dan kwam je bij een andere zwemmersplek in de Opsterlandse Compagnonsvaart, namelijk “Jelle Kântsje”. Bij de Boppedraai stond links aan het zandpad een dubbele woning, waar o.a. weduwe Bouma en haar gezin woonde. Rechts van het Liphüsterpaad woonde weduwe De Boer met haar hoogblonde zoontje Tjitze (wite Tjitze) en haar broer Jan. Voorbij het erf van De Boer was een brede wijk met een loopbruggetje. Direct links van het loopbruggetje woonden Gurbe en Tytsje met zoon Hennie. Gurbe Werkman was een forse man, Tytsje daarentegen klein. Gurbe en Tytsje hebben eind vijftiger jaren nog naast ons op het Easterein gewoond. Gurbe, een gewezen tuinman , noemde graag de tuin -planten bij hun Latijnse naam en hij liet ook merken veel topografische kennis in huis te hebben! Naast Werkman woonde het gezin van boer Jetze van der Meulen. Moeder Cor kwam volgens mij uit Rotterdam en er waren twee zoontjes, Jan en Bram. Als je over de volgende “bette” ging dan kwam je bij de “Molltsjes”. Er waren een aantal grote gezinnen in Kortezwaag, maar het gezin van Lammert en Anneken Moll, die op een soort eilandje woonden, spande de kroon!
De twee jongste kinderen waren Anton en Henkie (op de kleine foto naast heit en mem). Henk zat een klas hoger dan mij en om het jaar zaten we daardoor in hetzelfde lokaal. Daardoor speelden we wel met elkaar en in 1964 reed Henk zelfs onze trouwauto! Toen ik in de vijfde klas kwam, zat Anton in de achtste en daardoor heb ik ook een jaar met hem in hetzelfde lokaal gezeten, bij meester Wapstra. Anton was onze stoere held en we luistereden graag naar hem. Ook durfde hij zelfs meester Wapstra wel eens van repliek te dienen. Toen die zijn viool eens stemde zei Anton met zijn mooie draai R : “Hat er honger meester? “ Eens was meester erg kwaad op Anton, pakte hem stevig bij zijn kin en legde zijn hoofd op de bank achter hem met de woorden “Ik kook!” Doodkalm zei Anton : “As jo dan mar net oersiede, meester”.
Henk kon er in zijn laatste schooljaar ook wat van! Hij pakte aan de rand van het schoolplein eens een kikker en had daarmee een plan voor in de klas. Om ons medeschuldig te maken moesten we allemaal de kikker met een vinger aanraken. Henk sloop daarop met de kikker ons lokaal binnen en gooide die in de emmer met water en spons, die altijd onder de lessenaar stond voor het schoonmaken van het bord. Toen alle klassen nog maar net binnen waren sprong de kikker uit de emmer en dit bracht vooral bij de meisjes nogal wat onrust. Toen meester even wat buiten de klas ging halen en weer binnen kwam sprong de kikker voor zijn voeten. Omdat ik samen met Harm Akkerman in de bank het dichtst bij de deur zat, kreeg ik de opdracht de kikker naar buiten te brengen. De volgende daad van Henk bracht meer commotie. We moesten allemaal weer met een vinger het luciferdoosje met daarin peper aanraken en Henk sloop weer de klas in. Toen we een poosje later binnen kwamen stonk het er vreselijk, want Henk had de peper op de brandende kachel gelegd! Ramen en deuren werden open gezet en nadat we weer normaal konden ademen begon meester met het onderzoek en zijn dwingende ogen kwamen na een lang verhoor bij de dader. Twee meisjes hadden Henk in het lokaal gezien. “Heb jij het gedaan, Henk?’” “ Nee, meester”. (Ook met draai R) De ogen werden weer in de dwingende stand gezet. “Hendrik Moll, nog éénmaal: Heb jij het gedaan?” “Ja eh ja, meester” Het vonnis van meester was dat Henk niet mee mocht doen als kabouter in het toneelstuk op de feestelijke ouderavond in café Lingsma. Wij als mede kabouters – en die waren er nogal wat, want iedere leerling had een rol- toonden diep medelijden met Henk. Kort voor de uitvoering kreeg Henk gratie. Dat kon gemakkelijk omdat de kabouters niets hoefden te zeggen en Henk had tijdens de repetities in de klas gezien hoe te handelen.
Als je over de vlonder over de sloot het erf van de familie Moll verlaat, dan kom je in het weiland met de zwemplek “Jelle Kântsje”. Weer een bruggetje verder woont het gezin van Auke de Haan en als laatste kom je bij Loevestein, het nietige huisje van Jacob en Aaltje Hofstra en hun 3 kinderen.
Even terug naar de Boppedraai. We gaan nu vanaf het Easterein en het sintelpad voorbij Willem Jonker, familie Post en familie Hunneman niet over de draaibrug, maar we volgen het smalle zandpaadje langs de Dwarsvaart. Links is een draaibrug, die je na passage twee mogelijkheden biedt: of je gaat richting Tjoelebartje/Jubbega of je gaat rechtsaf naar de boerderij van Binne Houwing. Als je het pad langs de Dwarsvaart blijft volgen zie je links de boerderijen van Binne Houwing en Auke Koekoek.Beide dochters van Koekoek werden onderwijzeres en de jongste, Attie , was een tijd kleuterleidster aan de Nut’s Kleuterschool in Gorredijk. Zij trouwde met Piet de Vries, een leraar van de ULO en tevens muzikant bij de “Jasbeskermers”. Nadat we twee vlonders zijn over gestoken komen we bij het huisje van fotograaf en imker Jitze Staphorsius. Voor in de tuin staat een bijenkast waarop geschreven staat “Altyd drok”.
Even na Staphorsius worden het zandpaadje en de Dwarsvaart doorkruist door de ophaalbrug en de Nijewei.
Rechts aan het zandpaadje, met de voor ingang aan de Nijewei staat de brugwachters –woning , waarin de familie Stoelwinder woont. De oudste zoon Wouter zit bij ons in de klas. Op zijn verjaardagsfeestje vertoont hij voor ons kinderen iets totaal nieuws: een strip via een toverlantaarn.
Bjusterbaarlik! Wouter zou niet lang klasgenoot zijn, want hij verhuisde naar Ede. In de woning kwam de familie Uithof en later het gezin van Koop Jansma.
Anne,
Alles klopt aardig!Een mooie “wandeling”weer door ons mooie dorp uit onze jeugdperiode.Op een zondag ben ik nog bij Staphorstius op de foto gekomen,wat ik me nog goed herinneren,met zijn gesteven boord.Hij was close met Siebe de Boer,
van de Voorschotbank en dat kwam hem heel goed uit,want volgens mij was het daar geen vetpot.Bankier de Boer was een goede geldschieter.Trouwens de Boer zijn appelhof was ook niet te versmaden,echter het smeedijzeren hek was nog wel eens een struikelblok,zo ook toen voor Broertje Akkerman,zoon van vader Klaas,die er met beide broekspijpen in bleef hangen en uitscheurden.Het was een rok geworden!Ik zie het nog voor me!
Vr.groet Eddy
Hallo Anne
Wat een leuk verhaal,haalde heel wat herinneringen boven ik ben klein dochter van Jitze Staphorsius ,en logeerde heel vaak in dat witte huisje
Toen ik groot genoeg was mocht ik het pad af lopen en dan langs de Beton fabriek ?? naar de bakker die op het Easterein zat en de naar de Melkboer die iets verder zat of de brug over naar de groente boer ,waar ik dan een appel kreeg voor de terug weg .Of naar Wiebe en Betse die kwamen ook wel aan de deur maar vond het zo leuk om daar iets te halen .Dat Beppe altijd wel iets voor wist te verzinnen zo dat ik daar even heen mocht .
heb nog een glazen asbak met foto van vegewinkel van wiebe en betsje.
Leuk zet hem eens op de site. Ik ben de zus van Fokje dus ook de kleindochter van Jitze Staphorsius. Heel leuk en herkenbaar verhaal.
Hoi Anne,
volgens mij heette Attie niet Koekoek, maar Coehoorn. Ze behoorden met mijn oudste zus Alie Moll, Margje Hazewindus en Wiepie Ringenoldus tot een vriendinnengroepje. Alie werd onderwijzeres, Margje apothekersassistente en Wiepie, net als Attie, kleuterleidster.
Wieger