Uit het dagboek van Lenie | slot

april 17, 2015 in historie, nieuws door Redactie

Het monument voor de gevallen verzetsstrijders op de begraafplaats aan de Hegedyk. Foto: Henk Stoelwinder

Het monument voor de gevallen verzetsstrijders op de begraafplaats aan de Hegedyk. Foto: Henk Stoelwinder

Historisch Informatie Punt HIP in Gorredijk heeft dagboekaantekeningen over een barre tocht van Zuid-Holland naar Noord-Nederland in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog. In de winter van 1944-1945 stagneerden de voedseltransporten naar de steden in het Westen van ons land. Een groot aantal evacués en hongervluchtelingen zocht een toevlucht naar het noorden. Een reis die soms dagen duurde en niet zonder gevaar was. De achttienjarige Lenie uit Rotterdam ondernam, samen met haar zestienjarig zusje Jean, zo’n tocht, grotendeels te voet. Ze hield er een dagboek van bij.

Donderdag 26 April 1945
Tante vraagt of ik naar Gorredijk wil gaan. Ik wil wel. Ze krijgen hier ½ pond suiker, ½ pond peulvruchten en 1 heel brood extra.

Zaterdag 28 April 1945
Duitsland wil onvoorwaardelijk capituleren met Engeland en Amerika, niet met Rusland, dus dat gaat niet door.

Zondag 29 April 1945
Het eerste eten wordt toch boven Holland uitgegooid, dat is een blijdschap. Mussolini gevangen en Goering dood. Hitler heeft, naar men zegt, een hersenbloeding, hij kan nog 28 uur leven.

Maandag 30 April 1945
’s Morgens om 7 uur ga ik met de boot naar Leeuwarden.
In Dokkum komen ze de persoonsbewijzen controleren, niemand mag zonder vergunning reizen. Er is een vrouw die geen persoonsbewijs bij zich heeft, we moeten daardoor bijna een uur wachten, voordat we verder kunnen. Om 8 uur zijn we in Leeuwarden. Er wordt gezegd, dat Hitler dood is, maar is het waar?

Dinsdag 1 Mei 1945
Er wordt nu weer gezegd dat Duitsland gecapituleerd is. Het is best gezellig op een boot te wonen. De boot naar Gorredijk is er nog niet.

Donderdag 3 Mei 1945
’s Middags komt eindelijk de boot. ’s Avonds zullen we naar de waarzegster gaan, wat een lol. Ik zeg niets, want als ik praat, hoort zij natuurlijk direct dat ik een Rotterdamse ben. Maar als zij op de kaarten kijkt, zegt ze dat ik gauw uit Leeuwarden weg zal gaan, ook zegt ze dat ik van ver weg kom en vraagt of ik een waterrot ben, want zij ziet, dat ik kennis krijg aan een jongen die op het water is. Ik krijg zelfs nog een erfenis, dus ik heb nog wat te goed.

Vrijdag 4 Mei 1945
Het is niets geen mooi weer, ieder ogenblik regent het. De passagiers moeten boven op het dek zitten onder een zeil, maar ik moet onderin gaan zitten.
Vanaf Terwispel lopen we naar Gorredijk. Om 8 uur ben ik eindelijk op de plaats van bestemming.

Zaterdag 5 Mei 1945
’s Morgens wordt er gezegd, dat het om 8 uur vrede is in heel Europa. Dat is dan ook gelukkig het geval, nu is het pas goed, vlug steken we de vlag uit. ’s Avonds is er muziek in het dorp. Het is een erg saaie boel, we gaan een eind rond en horen dan van een paar meisjes, dat het dansen is. Er mag tot kwart voor 10 gedanst worden.

Op dit dansfeest leert Lenie haar man kennen en keert niet terug naar Rotterdam. Ze zal haar leven lang in Gorredijk blijven.