Gorredijk/Beetsterzwaag | Oktober is de Maand van de Geschiedenis. Het landelijke thema is Vriend en Vijand. Dit jaar staan in Opsterland de Franse en Belgische vluchtelingen centraal die aan het eind van de Eerste Wereldoorlog in 1918 naar Gorredijk en Beetsterzwaag kwamen. In de hal van het gemeentehuis te Beetsterzwaag is van 15 oktober tot en met 14 november een kleine tentoonstelling ingericht met officiële stukken uit die tijd.

Ongeveer negen weken verbleef de groep Franse en Belgische vluchtelingen in Opsterland. Problemen hebben zich genoeg voorgedaan, problemen zoals het uitleven van de mooie pastorie te Beetsterzwaag. Hierover is te lezen in een brief die de burgemeester van Opsterland schreef aan de Commissaris van de Koningin. De uitkering van zakgeld verliep ook niet altijd even goed. Verschillende vluchtelingen kwamen terecht in het hospitaal te Leeuwarden omdat zij ziek waren. Eén hiervan is Fortuné Crochon terwijl zijn vrouw gewoon in Beetsterzwaag bleef. Daarnaast verdwenen ook, zonder opgave, een aantal vluchtelingen. Levensmiddelen en andere zaken zoals dekens enzovoort moesten ook geleverd worden. En hoe kwamen de mensen hoe tijd door? Wat deden ze? Het gaat wel om een groep van bijna tweehonderd Belgen en Fransen die hier gehuisvest waren. Honderd woonden er dus in een pastorie te Beetsterzwaag en dus niet verbazingwekkend dat de burgemeester verzocht om overplaatsing die niet kwam.

In de hal van het gemeentehuis staan een aantal vitrinekasten waarin verschillende oude stukken te bekijken zijn. Foto’s van de Belgische en Franse vluchtelingen in Beetsterzwaag en Gorredijk, een inkijk in het leven van Fortuné Crochon, documenten voor uitbetaling van geld, levensmiddelen en onderhoud. Daarnaast zijn er nog andere attributen uit de tijd van WOI te bekijken, zoals levensmiddelen, Franse vlag, fotolijst van Franse militair en een originele grote landkaart en levensmiddelen, rookartikelen, schoonmaakartikelen. Deze spullen komen van It Grutterswinkeltje in Leeuwarden.