Herinneringen aan ‘voetballen in het wild’

maart 15, 2014 in historie, nieuws door Redactie

De school van Kortezwaag. Ansichtkaart met poststempel 1935.

De school van Kortezwaag. Ansichtkaart met poststempel 1935.

Door Wieger Moll, Drachten
Een paar jaar geleden vierde de VV Gorredijk haar 90-jarig bestaan. Jarenlang hebben de voetballers uit Gorredijk bij deze vereniging hun sport met meer of minder succes kunnen beoefenen. In mijn jeugd kon je echter pas toetreden tot een voetbalvereniging als B-junior, d.w.z. op 12-jarige leeftijd, maar voetballen deden we natuurlijk al veel eerder.

In deze bijdrage wil ik graag wat vertellen over mijn herinneringen aan dat voetballen “in het wild”. Wat te denken van het schoolpleintje voor de Nutskleuterschool. Eigenlijk veel te klein en het mocht ook niet, maar als je met niet teveel man was, kon je daar een leuk potje voetballen. Overigens was de kleuterschool en omgeving ook zeer geschikt voor verstoppertje of blikspuit. Daar is ook nog wel eens de kap van mijn klomp gesneuveld. Ik ging dan naar pake en beppe, die vlakbij aan de Marktstraat woonden. Pake “kramde” dan de kap weer op de klomp. Overigens vertelde ik dat maar liever thuis niet, zeker als het nog nieuwe klompen waren.

Al veel spectaculairder waren de wedstrijdjes op het pleintje voor de brandweerkazerne, achter de school in de Hoofdstraat. Twee partijtjes op één doel, de helft van de deur van de brandweerkazerne of met twee kleine doeltjes. Of blokjes-voetbal, waarbij ieder zijn eigen blokje moet verdedigen en het blokje van een ander moet omschoppen. In plaats van geschikte blokjes gebruikten we vaak stenen.

Tsjonge, tsjonge, wat ging het er daar vaak heet aan toe. We werden daar ook wel eens weggestuurd, zeker als Anthonides er langs fietste dan was het wegwezen geblazen. Gelukkig woonde hij aan de Nieuwstraat en fietste daar meestal langs. En als de bal een keer op het dak werd geschopt, moest er geklommen worden. In het ergste geval kwam de bal op het grijze pakhuis van Sytsma, dan was je hem eigenlijk kwijt. Je kon daar wel op klimmen via het schuine, rode pannendak van Zondervan, maar dat was eigenlijk veel te gevaarlijk. Jan Hylkema van garage Hylkema is daar een keer van afgevallen. Ik was daar niet bij en weet dus ook niet of het om een verdwenen bal ging, maar Jan heeft toen wel een zware hersenschudding of zelfs schedelbasisfractuur opgelopen.

De bal kwam vaker terecht in de tuin van schoenmaker Dijkstra. Dat was niet zo’n groot probleem. Als je netjes “voorom” door de steeg ging, mocht je de bal wel halen. Herman Dijkstra voetbalde zelf ook wel eens mee. Als de bal nog verder over het dak verdween kon hij terecht komen in de tuin van Harm en Tine van Zwol. Dat was een groter probleem. Als je er in slaagde om over het achterhek te klimmen zonder dat Van Zwol het in de gaten had en als hun kippen niet teveel lawaai maakten, lukte het nog wel eens de bal te redden, maar anders was je hem kwijt. En die hem er over had geschopt moest hem gaan halen, behalve als hij niet durfde, zoals bij Van Zwol. Als we de bal niet konden vinden, kon hij ook nog helemaal bij Tabak liggen, dan had je geluk.

We gingen ook wel eens een hele woensdagmiddag voetballen op het pleintje achter groenteboer Liemburg, daar bij het pishokje. Als er een pauze ingelast werd, gingen we wat drinken aan de buitenkraan van slager Jousma en dan maar weer verder met de volgende “helft”. Boven Broer Liemburg kwam toen een zekere Sytsma te wonen (Kwam die niet terug uit Zuid-Afrika of zo? Later woonden ze aan de Nijewei). Die had de rare gewoonte om zijn auto op “ons” pleintje te parkeren, met de boodschap dat wij daar dus niet meer mochten voetballen. Op zekere dag, in de pauze van school, pakte hij ons de bal af. Er zijn toen, ook door mij, wel een aantal scheldwoorden gebruikt en ik slaagde er zelfs in om hem de bal uit de handen te slaan. Sytsma is toen boos naar meester Wieling gegaan en wees mij aan als de hoofddader. Of er toen straffen zijn uitgedeeld of dat wij escuses moesten maken weet ik niet meer, maar de bal hadden we nog.

In één van de laatste jaren van mijn lagere schooltijd werd het marktterrein compleet bestraat. Dat werd dus een prachtige gelegenheid om te voetballen. Niet meer afhankelijk van slecht weer op een deels modderig veld. Daar zijn ook heel wat wedstrijdjes gespeeld. Ik kan me herinneren dat er ’s avonds vaak een heleboel jongens waren, ook veel oudere. Als de bal een keer bij de familie Witmus tegen de ramen ging had je de poppen aan het dansen. Maar ja wel alles op de stenen, dat betekende bij valparijen ook wel eens blauwe plekken of erger en kapotte kleren. Voor de keepers waren de stenen natuurlijk een extra probleem, behalve voor Luitzen Tasma, want die dook naar alle ballen, stenen of niet. In de weekenden kon er trouwens vaak niet gevoetbald worden, want dan stonden daar de vrachtauto’s van Vleeshouwer geparkeerd.

In de voorbereiding van de jaarlijkse schoolvoetbaltoernooien moesten we vaak uitwijken naar vreemde velden, want van boer Rodermond mocht je niet op het veld van VV Gorredijk aan de Hegedyk. (Toen we later als Ulo-elftal wilden trainen bracht een doos sigaren van gymleraar Homme de Boer aan Rodermond nog wel eens uitkomst). We kwamen dan terecht op een veldje bij Voltawerk. Daar voetbalden de Voltawerkers wel in de pauze. We hebben daar wel eens “getraind” o.l.v. Appie Schippers, de oudste broer van Dicky en Tjitze van Harm Schippers. We hebben er ook wel eens een thuis-oefenwedstrijd gespeeld tegen Terwispel. Als we dan eens in Terwispel voetbalden dan was dat op een veldje helemaal bij de Rolbrêge. Of daar dan wel doelpalen waren weet ik niet meer, misschien vormden een paar jassen ook wel de doeltjes. We zijn op een woensdagmiddag ook wel eens “helemaal” naar Heerenveen gefietst om een oefenwedstrijd te spelen op het veld aan de Rozenstraat. Of er dan een school uit Heerenveen tegenstander was? Dat moet haast wel.