Herinneringen aan de brandweer van Gorredijk

augustus 2, 2014 in historie, nieuws door Redactie

oude brandweerwagenDoor Wieger Moll, Drachten

In mijn lagere schooltijd, toen er nog geen communicatie-apparatuur was zoals nu, werd bij brand in Gorredijk gewaarschuwd door middel van een sirene op het dak van de lagere school in de Hoofdstraat. Jan en alleman werd daardoor gealarmeerd en nieuwsgierigen, zoals ik, spoedden zich naar de brandweer- garage om te weten waar de brand was.

Vaak was ik er als een van de eersten, we woonden er immers vlak bij. En daar kwam Tije Hum(alda), de chauffeur, aangeraced, daar kwam Fedde van der Veen uit de timmerfabriek, daar kwam Lieuwe van der Wijk, de loodgieter, Fokke Dijkstra, de schoenmaker, allemaal op de fiets (behalve Dijkstra, want die woonde om de hoek!). De deur van de garage was inmiddels opengeschoven, de brandweerauto gestart en al vast naar buiten gereden. Behalve die keer toen hij niet wilde starten. Met alle omstanders duwen en ja hoor toen sprong hij aan. Als voldoende spuitgasten aanwezig waren werd uitgerukt. Inmiddels hadden “wij” al gevraagd waar de brand was en dan op de fiets er achteraan. Naar Jubbega, naar Tijnje aan de Hooivaart, naar een boerderijbrand of naar Hemrik naar een heidebrand.

Bij een hevig onweer in Terwispel werd zelfs de “oude brandweer” van stal gehaald bij een tweede melding. Met chauffeur Gauke Hylkema werd, volgens de verhalen, de eerste wagen op de Tolheksleane ingehaald. Maar of dat nou wel waar was betwijfel ik.

De grote brand bij boer Jan van Dam aan de Hegedyk heeft indertijd veel indruk op mij gemaakt, omdat daar ook zoveel beesten bij omkwamen. De koeien, die zwaar verminkt uit de brand kwamen werden terplaatse afgemaakt o.a. door politiechef Kamphuis en slager Fedde Dijkstra.

Als de brandweerwagen dan terug kwam met alle smerige slangen werd mijn pake Wieger Nijmeijer ingeschakeld. Hij schrobde de slangen in een speciale houten goot op het pleintje voor de garage dan weer schoon. Ik hielp hem daar dan wel eens bij. Vooral bij een hooibroeibrand, waar de boel uit elkaar getrokken en geblust moest worden, hadden we een “bealchfol wurk” om de zaak weer schoon te krijgen. De slangen werden dan te drogen gehangen aan de kerktoren aan de Kerkewal. Samen klom ik dan met pake naar boven om de katrol met de touwen op te hangen. Je had er vlak onder de klok een prachtig uitzicht.

Een speciale herinnering heb ik aan de grote brand in de Hoofstraat van De Kúper, van Hans Wijnalda op 12 juli 1967. Ik was in die tijd onderwijzer aan “De Flambou” en wij woonden aan de Heerenacker. Wij stonden op het punt van gezinsuitbreiding, maar toen duidelijk werd dat er brand was in het centrum van Gorredijk ben ik daar zo vlug mogelijk heen gefietst. Het bleek café-dancing De Kúper, die in brand stond.

Nu grensde de achterkant bijna aan het huis van mijn schoonouders, kapper Dijkstra aan de Molenwal. Daar waren ze al bezig kostbare spullen (fotoalbums, geldkistje) uit het huis te halen en onder te brengen bij kruidenier Visser, twee huizen verderop. Ik heb de tuinslang gepakt en geprobeerd het houtwerk van de dakkapellen nat te houden. Mijn schoonmoeder is toen naar de Heerenacker gegaan om haar dochter bij te staan! Even later verscheen ook de brandweer van Beetsterzwaag ter assistentie. Maar i.v.m. vakantietijd met te weinig manschappen. Even later stond ik met nog een aantal anderen (o.a. met Johan de Jong van de Drachtster Krant en Jacob de Jong, die woonde op Molenwal 1) op het dak van Jamin als volleerd brandweerman te spuiten. Ik kan me nog herinneren dat ik naar beneden schreeuwde, dat de chauffeur wat minder druk moest geven, want wij konden de slangen nauwelijks houden.

Rond twee uur, toen het grootste gevaar geweken was, fietste ik naar huis, maar een paar uur later was ik al weer op weg. Nu naar dokter Van Dam (onze huisarts dokter Schenk was waarschijnlijk met vakantie). Om half zes werd onze tweede dochter Geri geboren. Je hoeft mij niet te vragen of ik ook weet, wanneer die brand bij de De Kúper ook weer was!