Schoolfeest in Kortezwaag

maart 6, 2014 in historie door Redactie

Door Anne Veenstra, Rolde

schoolfeest1

schoolfeest2Eigenlijk was het naar school gaan in Kortezwaag één groot feest, maar toch waren er jaarlijkse hoogtepunten in de vorm van de schaatswedstrijden, de sportdag, de schoolreis, het schoolfeest. In het jaar dat er schoolreis was, dan was er geen school- en volksfeest. Zo konden we dus twee jaar sparen voor de schoolreis. In de laagste drie klassen namen we elke maandag een dubbeltje mee voor de reis naar Appelscha en in de drie hoogste klassen spaarden we een kwartje voor een “verre” reis.

schoolfeest3

schoolfeest4In de lagere klassen was het einddoel Appelscha, waar we ons in de zandverstuiving (foto links) en de speeltuin danig vermaakten. De eerste schoolreis naar Appelscha was wel heel bijzonder. We werden in een dichte veewagen van de firma Vleeshouwer vervoerd. Om beurten mochten we door het luikje aan de voorkant van de veewagen kijken! In de vierde klas gingen we met de hoogste klassen (5, 6, 7 en 8) mee naar de Noordzeekust ( foto rechts). Toen de duinen in zicht kwamen, riep Klaas Koelma van achter uit de bus : “Meester, is dat de Hondsrug?” Twee jaar later zijn we met de trein naar Rotterdam geweest, waar we een rondvaart met Spido door de havens hebben gemaakt, door de Maastunnel wandelden en diergaarde Blijdorp bezochten. In die tijd een wereldreis! In de Maastunnel kon Tjitse de Boer zich niet inhouden en liet een lekkere gil weergalmen. Dat heeft hij geweten, want een geweldige oorvijg van meester Wapstra werd zijn deel. Dat was in de tijd ook heel gebruikelijk en niemand maalde er om, ook de ouders niet. Eigen schuld, dikke bult, was het motto.
In de veertiger en vijftiger jaren van de vorige eeuw moesten wij op zaterdagmorgen nog naar school. De laatste 15-20 minuten van die morgen stak meester een Old Mac sigaret op, zocht een gemakkelijk plekje voor de klas en opende het voorleesboek. Het was dan meteen muisstil in de klas, want voorlezen dat konden de juffen en meesters van de openbare school in Kortezwaag! Alleen op de zaterdagmorgen voor het schoolfeest konden we ons moeilijk concentreren op het voorlezen, want onze gedachten waren bij de optocht en de spelletjes erna. Wie zouden bij optocht en spelletjes de prijswinnaars worden? Uiteraard schatte je jezelf hoog in!schoolfeest5

schoolfeest6

schoolfeest7Het wedstrijdelement werd ook getest tijdens de schoolschaatswedstrijden op de ijsbaan van “Hâldt Moed”, achter onze school. Na een aantal vorstdagen kregen we een middag ijsvrij en daarna volgden al spoedig de schaatswedstrijden. De allerkleinste kinderen, die nog niet goed schaatsten, hadden hardloopwedstrijden op de straat naast de ijsbaan. Jongens en meisjes schaatsten apart en er werd in leeftijdsgroepen gereden, bijvoorbeeld jongens 6/7 jaar, 8/9 jaar, 10/11 jaar en 12 jaar en ouder. Natuurlijk werd er in het “ijsclubhokje” warme chocolademelk met koek genuttigd. De plaatselijke melkboeren Lammert en Tinus Dijkstra verzorgden samen met hun vrouwen Annigje en Griet deze traktatie. Verder hadden we ’s zomers op dezelfde ijsbaan schoolsportdagen met andere scholen als die van Gorredijk, Terwispel, Lippenhuizen, Jonkersland en Langezwaag. ’s Morgens waren de individuele sporten als het traditionele hardlopen,hoogspringen, verspringen en balgooien aan de beurt en ’s middags gingen we onze krachten met de andere scholen meten op het gebied van bokbal, kastie en slagbal. Ik herinner mij alleen maar sportdagen op onze droog gevallen ijsbaan en het voetbalveld van v.v. Gorredijk, wellicht omdat deze twee dorpen centraal lagen of omdat Terwispel, Lippenhuizen en Jonkersland (nog) geen sportveld hadden.
Ook op het schoolplein werden de krachten regelmatig met elkaar gemeten. Soms hoorde je ergens op het schoolplein een schreeuw of het begin van juichen. Daarna hoefde je alleen nog maar te kijken waar een kring schoolkinderen stond. Meestal was die voor de school, waar het onderwijzend personeel niet kwam tijdens hun wandeling over het schoolplein. Midden in de kring lagen dan twee jongens te knokken, maar meestal lagen die doodstil op elkaar. We stonden in de kring meestal zwijgend naar de twee roerloze lichamen te kijken. Opeens begonnen de armen en benen weer een paar seconden te bewegen. En dan lagen ze weer minuten stil. Soms moedigden we een favoriet aan, maar meestal waren we onpartijdig neutraal. Als meester Wapstra, het hoofd van de school, op zijn schel luidend fluitje blies, dan lieten de vechtende jongens elkaar los, stonden op, veegden het stof uit hun haar en van de kleren en dan gingen we met z’n allen de school in. Er bleven vrijwel nooit haatgevoelens hangen!
De bal was ook populair op het schoolplein. De meisjes speelden kaatsenbal met twee, drie of zelfs vier balletjes en zongen er tijdens het “jongleren” de mooiste liedjes bij. Op de blinde muur van de hoogste klassen hadden we een doel getekend en daar werkten we onze koppartijtjes af. Voor schooltijd waren we meestal aan het voetballen op de droog gevallen ijsbaan, waar aannemer De Vries twee doeltjes had geplaatst. Hevig bezweet begonnen we meestal aan de eerste les. Soms deden we in de pauze ook wel een balspel met de meisjes, namelijk stabal. Een leerling gooide de bal omhoog en zodra de tikker die gevangen had riep hij “Sta!” en probeerde vanaf de vangplek een weggerende leerling met de bal te tikken. Lukte dat, dan werd die de tikker. Zo niet, dan mocht de gemiste de bal opnieuw opgooien en bleef de falende gooier de tikker. Om elkaars krachten te meten maakten we een rij onder de drie ramen van de hoogste klassen . De rij eindigde in een hoek van twee muren. De bedoeling was door met elkaar te drukken de jongen in de hoek weg te persen, zodat de plek vrij werd voor het volgende “slachtoffer”. Wie hield het het langste vol?! We noemden dit spel “dringertje” . Op deze plek deden we ook wel “bok, bok, hoeveel horens”. We stonden dan gebogen met de hoofden tegen het achterwerk van het voor jou gebogen kind. Met een boksprong sprong er een leerling op de achterste in de rij, schoof naar voren en als hij bij degene was die vooraan tegen de muur gebogen stond, deed hij/zij een aantal vingers omhoog en vroeg : “Bok, bok, hoeveel horens?”. Zodra het getal geraden werd, werd er gewisseld van “bok”.schoolfeest8

Uiteraard waren er verschillende tikspelletjes als gewoon tikkertje en “schipper mag ik overvaren” en ongelukstikkertje. Bij dit spel gaf de tikker aan hoe iedereen zich moest voort bewegen, b.v. door middel van hinkelen of kikkersprongen. Eens per jaar deed de hele school mee aan een gezamenlijk spel, “Zitten mijn Japie, zit”. Dat spel was de introductie van de nieuwe leerlingen die op 1 april aan hun lagere schooltijd begonnen. Alle kinderen liepen in tweetallen langs de rand van het schoolplein terwijl er werd gezongen : “Zitten, mijn Japie, zit. Waarom moet ik zitten gaan, ik heb van mijn leven geen kwaad gedaan!” Op “zit” ging het voorste tweetal in hurkzit en alle tweetallen passeerden poortsgewijs. Er was tijdens dat spel een grote eensgezindheid op het schoolplein!