Nieuwe serie over geschiedenis Kortezwaag| deel 4

juni 29, 2014 in historie, nieuws door Redactie

Door Anne Veenstra, Rolde
De Opsterlandse Compagnonsvaart nam voor de Kortezwaagsters een belangrijke plaats in. In 1630 werd in Gorredijk begonnen met het graven van dit kanaal. Het werd gegraven ten behoeve van de veenontginning en het vervoer van turf. Twee honderd jaar later werd het eindpunt, de Drentse Hoofdvaart bij Smilde bereikt.

Vooral in de zomer had het kanaal veel aantrekkingskracht voor zowel jong als oud. Het water werd gebruikt voor het begieteren van de tuin, het boenen van stoep en straat (!), het wassen van de ramen en zelfs voor de maandagse grote was. Bij elke woning was namelijk een zogenaamd boenstap. Dat boenstap achter de woning werd gebruikt voor het boenen van potten en pannen en de boerinnen maakten er ook de melkbussen op schoon.

Veel mensen, vooral boeren, hadden bij het boenstap ook nog een “potrak”, een rek waarop de potten en pannen en bussen konden drogen. Mijn moeder, en velen met haar, legden op de wasdag de smerige overalls van manlief ook op het boenstap en boenden daar met een borsteltje de grootste vuiligheid met groene zeep en water uit de Opsterlandse Compagnonsvaart af. Daarna ging ze naar het stap aan de Opsterlandse Compagnonsvaart en spoelde daar de overall uit. Dan ging de overall in de tobbe met zeep, waarin eerst alle ondergoed en kleren waren gewassen. Ook de poepluiers werden vaak eerst uitgespoeld in het kanaal. Van wegwerpluiers had nog nooit iemand gehoord!

Natuurlijk werd het kanaal door de jeugd ook volop gebruikt. Enkele buurtgenoten hadden een roeibootje voor hun huis liggen en dankzij de grote solidariteit waren die bootjes eigenlijk van iedereen. Uiteraard moest er eerst wel even gevraagd worden of het bootje niet door de eigenaar gebruikt moest worden alvorens er een tochtje mee gemaakt werd. Meestal waren die tochtjes maar kort, want de zijwijken werden niet bevaren. Die werden bewaard voor de winter als ze massaal op de schaats werden ontdekt. Ook werd er tijdens het vissen veelvuldig gebruik gemaakt van de bootjes , want haakje en snoer aan de hengel hadden dan een verder bereik. Op de plek waar poepluiers werden uitgespoeld had je grote kans een baars aan de haak te slaan en die smaakten maar wat lekker! De vissen werden geslacht op ….het boenstap!

Buurtgenoot Ybele Stamhuis vervoerde het veevoer naar de boeren aan de overkant van de vaart, zoals Siebe ten Cate en Mevrouw De Boer met een kleine praam, die hij voortbewoog met een boom, een lange duwstok. Als hij naar de overkant van de vaart ging, dan ging hij met de boom “bomen”. Hij zette de stok dan op de bodem van de vaart en ging al duwend naar de overkant, gelijk nu nog in Giethoorn met de punters gebeurt. Wij mochten wel eens met Stamhuis mee en vooral het “bomen” vonden we spectaculair. We mochten, als de boot leeg was zelfs wel eens oefenen.

Ook een bijzonder vaartuig lag er bij Jan Wijnstra, namelijk een kano. Soms zag je zoon Douwe, later een bekend pianist en organist, daarin varen en als je geluk had mocht je wel eens mee peddelen. Jan Wijnstra was in het dorp beter bekend als Jan Thijsjes. Toen we met een grote groep Kortezwaagsters eens bij de ophaalbrug bij bakker Arjen naar een optocht stonden te kijken, vroeg een langs komende meneer of iemand ook wist waar Jan Wijnstra woonde. Van de mensen die vooraan stonden wist niemand het en daarom riep Lammert Moll, die nota bene dicht bij Wijnstra woonde, of iemand wist waar Jan Wijnstra woonde. Van achter uit de rij hoorde je een man met de pet een beetje hoog op zijn hoofd en met één been over het zadel van z’n transportfiets met korf en met het andere been op de grond : “Hawwe jim it oer my?” De reactie van Moll: “Och man ,ik ken jo oars net as Jan Thijsjes!”
Een enkele keer werd er voor de huizen gezwommen, maar voor het zwemmen waren eigenlijk twee ideale plekken. Als je voor de huizen zwom kon je beter je klompen maar aanhouden, want anders was de kans groot om in een stuk glas, een zoetwatermossel of ander ongerief te trappen. Ook zaten er regelmatig eendenkroos en bloedzuigers op je lichaam.KZ deel 4 3

Toen water- en luchtvervuiling nog niet in het woordenboek voor kwamen, staken op prachtige zomerzondagmiddagen heel wat Kortezwaagster gezinnen de Boppedraai over. Vervolgens namen ze het zandpaadje tussen Bouma en De Boer om via het Liphúster Paad dwars door de weilanden richting de Langewijk te gaan. Daar werd verkoeling gezocht op de zandige plek in de Opsterlandse Compagnonsvaart met een inham in de oever. Als de thermometer in de klas een temperatuur hoger dan 80 graden Fahrenheit aanwees, dan kregen we warmtevrij, net zoiets als ijsvrij in de winter. We gingen dan ook vaak met een groep kinderen, soms met een paar moeders erbij naar deze zwemplek.
Op het verste punt van de Lange Wijk maakt de vaart een haakse bocht naar rechts naar Kortezwaag. Hier is ook een aftakking gegraven langs het Tsjoele Bartje naar de Schoterlandse Compagnonsvaart. Een klein veenhuisje stond als het ware op deze driehoekspunt en is ooit als grap “Loevestein” genoemd. Dit in navolging van het slot Loevestein waar eeuwen geleden staatsman Hugo de Groot gevangen werd gehouden. Het slot was gelegen tussen twee rivieren.

Misschien kennen velen nog het verhaal van de ontsnapping in een boekenkist door Hugo de Groot. Meester Wapstra vertelde ons ooit dat verhaal. Ik herinner me nog dat Jacob en Aaltje Hofstra met drie kinderen in het veenhuisje woonden en dat het “húske” wel 10 meter van hun huisje verwijderd was. Zoiets ontdekte je tijdens de winterse schaatstochten naar de Lange Wijk. In heel vroeger jaren schijnt Loevestein een schipperscafé geweest te zijn. Fijn dat de naam “Loevestein” nog steeds voortleeft in Gorredijk!
Een andere zwemplek was door over de Boppedraai rechtsaf te gaan richting “Loevestein”. Even voorbij de familie Moll was “Jelle Kantsje”, een zwemplek met aan beide zijden uitgestrekte weilanden. Toch was de “Langewyk” de favoriete zwemplek. Wie echt zwemles wou hebben en een zwemdiploma wou halen kon terecht in het zwembad met houten schuttingen rondom aan de Badweg in Gorredijk. Vanaf de kruising Hoofdstraat/Nieuweweg liep er vanaf de spiegel (uitkijkhulp voor auto’s) een zandpad naar het zwembad. De Gorredijkster ijsbaan van “De Eendracht” lag daar ook dichtbij.