Mijn dierbaar dorp Kortezwaag | deel 5

mei 18, 2014 in nieuws door Redactie

Door Anne Veenstra

O.L.S. KORTEZWAAG

De Openbare Lagere School van Kortezwaag.

De Openbare Lagere School van Kortezwaag.

Onze school heeft vier lokalen, drie links van de hoofdingang en één rechts van de hoofdingang. De lokalen links kijken uit op de Nijewei, maar we moeten op onze banken gaan staan om naar buiten te kijken. Het onderste deel van de grote ramen is namelijk matglas.

De Bildt, Wapstra en Reinbergen.

De Bildt, Wapstra en Reinbergen.

We zitten met tweetallen in houten banken, die zijn aangepast bij de grootte en leeftijd van de kinderen. De kleinste tafels staan in het lokaal van juffrouw Reinbergen, die de scepter zwaait over de kinderen van de eerste en de tweede klas. In de eerste klas zitten de kinderen die van de kleuterschool komen of rechtstreeks van moeder thuis. De lees- en taallessen gaan met behulp van de leesplank met aap, noot, mies, enz. Toen we eindelijk zover waren dat we spellend konden lezen lazen we klassikaal over de schitterende verhalen van Ot en Sien uit “Buurkinderen” van Jan Ligthart en H.Scheepstra en plaatjes van C.Jetses.

Naast het lokaal van juf Reinbergen zitten de derde en vierde klassers van meester Bethlehem. Hij is erg sportief en hij is een van de oprichters van O.D.K. en hij heeft een belangrijk aandeel in de grote toevoer van jeugdleden bij de club. Veel kinderen gaan nu niet meer de lange looptocht naar Gorredijk maken om daar eens per week te gymmen bij “Stânfries”, de oudste sportclub (opgericht in 1885) in Gorredijk en Kortezwaag.

Tussen de lokalen van de eerste en tweede klas en die van de derde en vierde klas is een tussendeur. Als juf even de klas verlaat staat meester in de tussendeur op beide klassen te letten en omgekeerd gebeurt hetzelfde.

In de eerste en tweede klas mochten we al om half 11 naar huis, omdat juf na de pauze handwerkles geeft aan de meisjes van de 3e en 4e klas of die van de 5e t/m 8e klas. Als we een les niet af hadden of over moesten doen, dan deden we dat ook na de pauze en soms zeiden de grote meiden ons dan stiekem voor. Om half negen fluit meester Wapstra op zijn fluitje en dan moeten we naar binnen. Ook als de pauze afgelopen is fluit hij. Om 12 uur gaan de hoogste klassen ook naar huis en na het warme eten en het spelen fluit meester opnieuw. Bij slecht weer eten een paar kinderen, die heel ver weg wonen, op school een boterham tussen de middag.

’s Winters staan er heel grote kachels in de klassen, die met turf en kolen gestookt worden. Tegen Sinterklaas schuiven we zo nu en dan met elkaar rond de kachel om Sinterklaasliedjes te zingen. Als juffrouw De Bilt invalt dan gebeurt het zingen zelfs met begeleiding van de piano. In de hogere klassen mogen sterke jongens met de grote kolenkit kolen uit het kolenhok halen. Soms moet er wel eens een stoute jongen voor straf in het kolenhok.

De vloer van de lokalen is van hout en tussen de planken zitten op sommige plekken grote kieren. Achter in de klas staan een paar grote houten kasten met leermaterialen. In het lokaal van meester Wapstra, het hoofd van de school, hangen aan de rechter zijmuur kleine kastjes met raampjes ervoor. Daarin zitten allerhande vlinders, die met de vleugels gespreid, met een speld zijn vastgeprikt aan de achterwand van het kastje. Het lokaal van meester Wapstra kijkt uit op een deel van het plein en de hoofdenwoning van Wapstra, waar de meesters en juffen in de pauze hun koffie halen. Het lokaal naast dat van de derde en vierde klas noemen wij “het lege lokaal”, omdat daar geen klassen in zitten. Er staan alleen maar wat extra banken en leermateriaal dat niet zo vaak gebruikt wordt. Ook de schoolarts neemt daar plaats als hij/zij op bezoek komt.

Op 1 april weet elke leerling of hij/zij een klas hoger mag en de zesjarigen komen voor het eerst op de lagere school, met of zonder een vooropleiding op de kleuterschool. De kleuterschool is niet verplicht omdat een kind op zesjarige leeftijd leerplichtig wordt. Een paar jaar geleden werd de kleuterschool in Gorredijk nog “bewaarschool” genoemd.

Traditiegetrouw verzamelen alle kinderen zich bij het hek aan de ingang en de grote kinderen geven de kleine kinderen een hand en zo wordt het schoolplein rond gelopen onder het zingen van “Zitten mijn Japie zit! Waarom zal ik zitten gaan? ‘k Heb van mijn leven geen kwaad gedaan!” Op “Zitten” gaat het voorste tweetal hurken en de andere tweetallen strekken de vastgehouden handen om zo het hurkende tweetal te passeren. Op een bepaald moment hurkt een heel groot aantal kinderen, maar iedereen blijft zingen. Op de eerste schooldag ontstaat zo een natuurlijk saamhorigheidsgevoel en voor de kleinsten is dit de “ontgroening”.

Op 1 september beginnen de middelbare scholen en dan verlaten een flink aantal leerlingen de zevende klas. Zij, die geen vervolgopleiding kiezen blijven tot en met de achtste klas. De vijfde-, zesde-, zevende- en achtste klassers zitten allemaal in het lokaal van het hoofd der school, meester Wapstra.

Alle vier lokalen komen uit op de gang. Hier hangen langs de wanden kapstokjes en daaronder staan de klompenbakken, waar we onze klompen in of op zetten. In het midden van de gang is een ijzeren wasbak, waar boven een kraan hangt voor het handen wassen. Ook is er een fonteintje om je dorst te lessen. De w.c.’s zijn buiten. Er is een apart gebouwtje van zo’n 10 bij 1,5 meter waar in aparte hokjes w.c.’s en urinoirs zijn. De leerlingen van de hele school moeten door de achterdeur naar de w.c. en daarom wordt er nogal eens op de gang gekletst.

Aan het eind van de gang is ook het kolenhok, waar de turven en kolen zijn opgeslagen. De grootste en sterkste jongens van de klas mogen bij toerbeurt kolen en turf voor meester uit dit kolenhok halen. Het is echt een erebaantje, zoals elk werkje dat je voor juf of meester mag doen een eerbaantje is. Soms gaat een heel ritueel vooraf aan zo’n werkje. Juf of meester kijkt de klas rond en vraagt: “Wie wil ……………….”, en voordat zij/hij uitgesproken is gaan we kaarsrecht in onze banken zitten met de borst vooruit en de armen keurig over elkaar. Ik mag voor meester Wapstra altijd kippenvoer halen bij Stamhuis en elke keer zegt meester dan: “Dankjewel, het eerste ei dat de haan legt is voor jou”.

Vanaf 2 april gaat elk groepje kinderen weer verder met zijn eigen spelletjes als tikkertje, touwtjespringen, sta-bal, voetbal, jongens-meisjes-pakkertje, trefbal, kringspelletjes als zakdoekje leggen en drie-is-teveel. Ook “dringertje” is bij ons jongens een populair spel. Eén van ons gaat in de hoek voor het lokaal van meester Wapstra staan en de andere jongens, die naast hem staan, proberen met krachtig duwen de uitdager uit de hoek te dringen. Als dat lukt is de jongen naast hem het volgende slachtoffer.

Bij die hoek doen we ook wel “bok bok hoeveel horens’. Een jongen steunt met beide handen tegen de muur waar hij gebogen naar toe staat gekeerd. Een andere jongen springt op zijn rug en steekt een paar vingers omhoog en vraagt dan : “Bok bok,hoeveel horens?”. Als het aantal vingers geraden wordt is de volgende bok aan de beurt .Ook de meisjes doen dit spel, maar uit kuisheidsoverwegingen niet samen met ons. Ook kaatsenballen met soms wel drie, vier ballen is een geliefd spel bij de meisjes en de leukste liedjes worden daarbij gezongen. Ook worden er tijdens het gooien van de ballen tegen de muur acrobatische toeren uitgehaald!

Zo nu en dan nemen we een vergrootglas, vaak uit zaklantaarn of fietslamp, mee naar school. Daar zoeken we een hoekje op, waar de zon vrij spel heeft en branden onze naam in een stukje hout of in de klompen. Degene die wat artistieker is maakt een mooie tekening op het hout of in de klomp. Ook wordt er wel op mica geschenen, dat stinkt lekker! Het is alsof het zo uit de lucht komt vallen, maar zo opeens is het op een dag knikkertijd. Op het schoolplein is het dan veel rustiger, want daar valt het met de grindbedekking vrijwel niet te knikkeren. De bermen van ’t Weike zijn de ideale plekken met hun harde zandbodems. Zodra het pauze is stormen we dringend door de deuren naar buiten om het beste plekje te veroveren. Onze knieën zien er in de knikkertijd veel zwarter uit dan normaal!

Op het lesrooster staat ook “gymnastiek”, maar dat vak wordt alleen in de zomermaanden gegeven of op een mooie lente- of herfstdag. Meestal wandelen we dan naar de droog gevallen ijsbaan voor een partijtje slagbal, kastiebal, bokbal of trefbal. Ook bereiden we ons er minimaal voor op de schoolsportdag, die samen met de openbare scholen uit Gorredijk, Jonkersland, Terwispel en Lippenhuizen wordt gehouden op het voetbalveld van v.v.Gorredijk.

Het school- en volksfeest te Kortezwaag.

Het school- en volksfeest te Kortezwaag.

Eens in de twee jaar is het school- en volksfeest in het dorp, dat zijn echte hoogtijdagen! De drie mannen links op de foto zijn Jeen de Jong, slager Hans Looyenga en aannemer Abele de Vries. De derde man vanaf links, die een beetje naar voren staat is Siebe de Boer, de “burgemeester” van ons dorp. Hij woont in het bankgebouw rechts op de foto.

De voorbereidingen op het feest verstevigen de saamhorigheid in het dorp nog eens extra. Op school leren we een speciaal schoolfeestlied, dat op de melodie van “Ta ra ra boempidee” door juffrouw Reinbergen is geschreven. Het refrein is:
Kom mee naar Kortezwaag
Daar is het feest vandaag
’t Is alles pret en jool
In de versierde school.

Elke buurt versiert zijn straat en in verschillende schuren worden landbouwkarren opgetuigd voor de optocht. Die optocht begint zaterdagsmiddags om één uur op de Lijkweg bij school en maakt het rondje ’t Weike, Langewal, Jodocus Heringastraat, Nijewei. Na de optocht zijn er op een weiland spelletjes voor de kinderen. Het onderwijzend personeel en de leden van de oudercommissie zijn de juryleden. Er wordt door de schoolkinderen fanatiek gestreden om de prijzen.

’s Avonds is er in de feesttent een feestavond met bal na voor de volwassenen. Er komt een beroemd gezelschap optreden, soms in het Fries, soms in het Nederlands. Tetman de Vries en zijn gezelschap heeft met “De tiid hâldt gjin skoft” de meeste indruk gemaakt bij de Koartsweachsters. Net zoals dit gezelschap in vrijwel alle Friese dorpen een onvergetelijke indruk heeft achter gelaten. ’s Zondags is de draaimolen omgebouwd tot zweefmolen en in en bij de feesttent zijn er spelletjes voor de volwassenen. Uiteraard mag er nu ook bier geschonken worden en Keimpe ten Hage heeft in zijn dis van alles te koop. Ook vis!

Sytske en Lummy de Vries, Jan Foppes en Tjitske van der Spoel.

Sytske en Lummy de Vries, Jan Foppes en Tjitske van der Spoel.

Sytske de Vries.

Sytske de Vries.

Schoolfeest te Kortezwaag. Boven beelden Sytske en Lummie de Vries, Jan Foppes en Tjitske van der Spoel het sprookje “Nofrita” uit tijdens de optocht. Onder is Sytske de Vries “De meimaand” tijdens een optocht.

Het weiland waar de spelletjes worden gehouden.

Het weiland waar de spelletjes worden gehouden.

Ekke Foppes, Anne Veenstra en Jan Foppes.

Ekke Foppes, Anne Veenstra en Jan Foppes.

Boven het weiland tussen Nijewei, Oosterend, ’t Weike en Dwarsvaart, waar spelletjes worden gehouden. Op de foto er onder staan Ekke Foppes, Anne Veenstra en Jan Foppes op de Lijkweg in hun nieuwe kleren klaar voor het feest! Achter hen het bouwland van Piet Jongsma. Achter dit stuk bouwland, richting Gorredijk, liggen een aantal volkstuintjes waar het een groot deel van het jaar een komen en gaan is van tuiniers.

Bijna alle inwoners van Kortezwaag hebben een moestuin bij huis. Als daar geen ruimte genoeg is, dan wordt elders een stukje grond gehuurd. Wij hebben achter huis een moestuin, maar mijn vader heeft daarnaast ook nog een stukje grond aan de overkant van het kanaal gehuurd. Soms gaan we samen met iemand anders er in het bootje naar toe, maar meestal fietsen we er via “De Pôle” naar toe. Mijn broer en ik moeten regelmatig groente of aardappelen uit die tuin halen. En natuurlijk moeten we tijdens de wecktijd er boontjes plukken en daarna punten, voordat Mem ze winterklaar maakt. ’s Winters staan er veel weckflessen met groenten bij ons in de kelder. Daar worden ook de aardappelen in bakjes opgeslagen. Pappa bewaart daar ook de poters, die het volgende voorjaar weer de grond in gaan.