Mijn dierbaar dorp Kortezwaag | deel 2

april 27, 2014 in historie, nieuws door Redactie

Door Anne Veenstra

Dwarsvaart

Bij deze bocht naar rechts pak ik het zandpad links richting de Dwarsvaart. Vlak voor de Dwarsvaart kom ik langs het “joadeboskje”,een bosje dat bij de jeugd zeer in trek is. Zo nu en dan wordt het hout geoogst en dan gaat het hele bosje tegen de vlakte, maar het duurt niet lang voordat het weer speelklaar is. Tegen het bosje aan is een manege gemaakt, waar Teun van der Brug jonge paardenbezitters zondagsmorgens de menkunst probeert bij te brengen.

Aan de Dwarsvaart staan meest boerderijen en boerderijtjes met zo nu en dan een arbeiderswoninkje. Opvallend zijn de “barakken”, een viertal woningen onder één dak, waar heel armoedige mensen met veel kinderen wonen.
Aan de Dwarsvaart is ook het Joodse kerkhof, waar je alleen met een bootje kunt komen.

Ik volg het zandpad langs de Dwarsvaart tot de brug in de Gorredijksterweg, door ons Uithofbrug genoemd. Als ik schuin naar rechts kijk zie ik de villa “Sonneburg” en achter de brugwachterswoning zie ik verderop aan de Dwarsvaart het witte huisje van fotograaf Staphorsius. Achter de Sonneburg staan aan de Dwarsvaart twee boerderijen en voor de ene boerderij ligt een woonark in het water.

Ik kom weer op een verharde weg, die aan de ene kant van de brug de “Gorredijksterweg” heet en aan de andere kant” Nijewei”. Op ruim een kilometer van de brug wonen nog leerlingen van onze school, zoals Rink en Joukje Roelenga en Dieuwke en Stoffel Bakker. Ik vervolg mijn weg nu langs de “Nijewei” en kom weer bij het hekje voor het huisje, dat in vroeger jaren een kroegje schijnt geweest te zijn en waar “ Plaatselijk Belang Kortezwaag” is opgericht.

Nijewei

Even bijkletsen met andere jongens op het hekje van mevrouw De Boer en dan vervolg ik de Nijewei verder richting Gorredijk. Over de belevenissen op het schoolplein en in de lokalen bij juffrouw Reinbergen, juffrouw De Bildt, meester Betlehem en meester Wapstra kom ik in een apart hoofdstukje terug.
Aan de Nijewei richting Gorredijk staan aan de rechterkant naast elkaar de wagenmakerij van Leffering en de smederij van Koelma. Als Leffering de drukste tijd achter de rug heeft maakt hij ook stelten, waar wij ons na wat oefenen prima op kunnen verplaatsen. Bij Koelma nemen we zo nu en dan een kijkje als er een paard wordt beslagen en om even bij de werkzaamheden aan het smidsvuur en het aambeeld te kijken. Koelma repareert ook wel eens een fiets.

Naast Koelma woont Rudolphy, één van de bazen van een groot warenhuis en een grote meubelzaak in Gorredijk en daarnaast woont De Jong, die grossier in tabakswaren is. We mogen, dankzij onze klasgenoot Eddy zo nu en dan met Pa Rudolphy naar een voetbalwedstrijd in Heerenveen. De vrouw van De Jong, juffrouw De Bildt, valt zo nu en dan in bij onze school en zij kan ook mooi vertellen over Abe Lenstra en Heerenveen. Ze speelt ook mooi op de piano, die in de klas staat waar zij invalt.
Naast De Jong is het “Velde’s wijkje”, waar we ’s winters vaak als eerste schaatsen en dat we ook als schoolpad nemen als er ijs op ligt. Naast het Velde’s wijkje loopt een zandpad en via dat pad kom je langs keuterboer Velde op “Velde’s lântsje”, waar Voltawerk Gorredijk bedrijfsvoetbal speelt en O.D.K. haar eerste korfbalwedstrijden speelt. Ik trouwens ook!
Eigenlijk verlaat je nu Kortezwaag aan deze kant van het dorp, maar een klein eindje verderop staat een heel bijzonder blok huizen, die de “diesel” wordt genoemd en in dit woningblok wonen kinderen van onze school en daarom neem ik dit stukje Gorredijk even mee om daarna weer langs de vele volkstuintjes achter de boerderij van Jongsma terug te keren naar het hekje van mevrouw De Boer. Achter de boerderij van Jongsma hebben we ook wel korfbalseriewedstrijden gehad, omdat het korfbalveldje zelf daar te klein voor was.

’t Weike

Vanaf het hekje van mevrouw De Boer steek ik schuin de Nijewei over en sta nu naast de wagenmakerij van Leffering in ’t Weike. Tegenover de wagenmakerij staat de Boerenleen-Bank, waarin ook het huis van directeur Siebe de Boer is gevestigd. De directeur is een statige, goed geklede man met zijn horloge aan een ketting in zijn vestzakje en hij is bovenal erg vriendelijk .Als we kinderzegels gaan verkopen en wij de hoge stoep met treden op zijn geklommen opent de werkster van De Boer meestal de deur en ik denk dat meerdere kinderen er wat verkopen. Siebe de Boer wordt ook wel “de burgemeester van Kortezwaag” genoemd.

Aan weerszijden van ’t Weike scheiden harde zandpaden de weg en de toegangen tot de huizen. Deze zandpaden zijn geliefde speelplaatsen in de knikkertijd, vooral die het dichtst bij de school liggen. Daar worden, bij de werkplaats van Leffering en de Boerenleenbank, met de hak van een klomp kuiltjes in de grond geboord, die dienst doen als knikkerpot. Ook populair zijn het pikschieten, waarbij met “pottenbakkers” (knikkertjes, gebakken van leem of klei) op glazen knikkers of stuiters wordt gemikt.
Naast de wagenmakerij is het aannemersbedrijf van de gebroeders De Vries en daar schuin tegenover naast de bank is het aannemersbedrijf van Luitzen de Jong. Aan dezelfde kant van De Vries zijn ook nog de slagerij van Hoekstra, petroleumboer Marinus van Dijk, de Végé-winkel van Wiebe en Betje van der Wijk, de tabakswinkel van Minne Koster,de zadenwinkel van Omke Oudeman ( enkele jaren geleden nog de klompenwinkel van Anne Geertsma), de groentewinkel van Jappie en Jet Lingsma en het loodgietersbedrijf van Siemen Teijema.

Als schooljongens maken we het regelmatig mee dat er krijsende varkens bij de slager worden afgeleverd. Voelen ze het noodlot dat hen staat te wachten? We wachten soms een poosje op de harde knal, die volgt als de slager het varken het genadeschot geeft. Na dat schot mogen we wel eens in de deuropening aan de achterkant van de slagerij kijken naar de verdere handelingen. Ik weet alleen nog dat er heet water over wordt gegoten voor er aan de verdere slacht wordt begonnen. We gaan ook regelmatig met de varkensblaas naar huis, die ons papa na gedroogd te hebben opblaast. Hij doet dan dienst als bal en die kan weinig schade aan- richten aan de ramen als wij achter huis op het verharde zandstukje ons partijtje voetbal spelen. Dat worden soms complete slagvelden! Halverwege staat een nortonpomp, een erfenis uit de oorlog.

Toen we kort na de oorlog in Kortezwaag kwamen wonen kwam Anne Geertsma ook wel met zijn klompen naar school om de minder bedeelde kinderen van klompen te voorzien, die wellicht door de gemeente werden betaald. Wij hebben nooit echte armoede gekend, maar ik weet dat broer Auke en ik ook klompen moesten passen in het leegstaande lokaal.

Erg opvallend zijn verder in ‘t Weike de Jugendstli-woningen, met stegen ertussen van nauwelijks een meter, aan weerszijden van de straat. Aan het einde van ’t Weike is aan de rechterkant een hard zandpad, dat naar de achteringang van Café Lingsma leidt. In de schuur, waar je in terecht komt staan de melkkarren van de melkboeren Lammert en Tinus Dijkstra. Omdat ze ’s zomers ook met ijs venten, staan ook die attributen daar. Als we op de schutting klimmen kunnen we ook nog een beetje in de zaal van het café kijken, waar toneeluitvoeringen, bruiloften, begrafenissen en vergaderingen plaatsvinden. Ook de feestelijke ouderavond met een toneelstuk van de schoolkinderen vindt hier plaats, net als de prijsuitreikingen van de schaatswedstrijden.

Na het zandpad en een burgerwoning komt een schuur met heel grote deuren, die wij vaak gebruiken als doel voor onze onderlinge partijtjes voetbal. Aan de linkerkant eindigt ‘tWeike met de bakkerij van Arjen de Vries. Het monumentale gebouw van 1744 heeft de winkelingang met de hoge stoep met treden aan de kanaalzijde.