Jeugdherinneringen aan Gorredijk | deel 1

september 21, 2014 in historie, nieuws door Redactie

Door Anne Veenstra
Toen ik in 1946 op zesjarige leeftijd in Kortezwaag kwam wonen, hoorde Gorredijk er in ons gezin eigenlijk automatisch bij. Niet alleen omdat mijn vader daar de kost verdiende, maar ook omdat we voor veel dingen alleen in “De Gerdyk” terecht konden. Bovendien zaten Kortezwaag en Gorredijk gewoon aan elkaar vast, vooral op de Langewal. Alleen werd er vanaf Oepie de Boer een andere straatnaam genoemd. Aan de Gerdykster kant van familie De Boer heette het Langewal, aan de kant van “Koartsweagen” werd het Vinkebuurt genoemd.
image001
We vermaakten ons als kinderen opperbest in Kortezwaag, dat aan alle eisen voor een kind van die tijd voldeed. Alleen als we een echte voetbalwedstrijd wilden zien, dan moesten we aan de Hegedyk in Gorredijk zijn. Naast Jouke de Vries liep een pad naar het voetbalveld van v.v.Gorredijk. Mevrouw Ida de Vries maakte ook altijd thee voor de voetballers, want voorzieningen waren er niet op het veld. Er was wel een prachtige tribune en het zal velen spijten dat daar niet zorgvuldiger mee is omgegaan toen het voetbalveld de huidige locatie kreeg. Ik ken tribunes die de status van “monument” hebben gekregen en dat had deze m.i. ook verdiend. Ooit was er een paardenrenbaan om het voetbalveld en dat was nog duidelijk te zien. Bij het betreden van het veld moest je eerst over de overgebleven bochtronding en veel verderop achter het verste doel was ook zo’n restant van een verhoogde bocht. Ik herinner me nog wel dat er grasbaan motorraces werden gehouden . De voetballers legden de spullen die ze niet nodig hadden tijdens een wedstrijd in een hoek boven in de tribune en de tegenpartij deed dat in de andere hoek. image002
Veel namen de spelers niet mee naar het veld, want de thuisclub had zich thuis al in de voetbalkleren gestoken en de bezoekende club kleedde zich om bij Hotel Sytsma, later Veensma. Meestal hadden ze enkel een jas(je) over het voetbaltenue en soms werden de voetbalschoenen pas op de tribune aangetrokken. Tegenwoordig kan men het nauwelijks geloven, maar na afloop lagen ALLE spullen nog keurig op dezelfde plaats! Onder de tribune lagen een paar kalkzakken voor het kalken van de lijnen , sigaren – en sigarettenpeuken , wat snoepafval en doelnetten. Wij klommen regelmatig onder de zitplaatsen door naar deze grote ruimte. Dat kon simpel, want onder de zitplaatsen zaten geen planken. Aan de achterkant van de tribune zat in de eerste hoek een deur, waardoor de veldverzorger wat gemakkelijker onder de tribune kon komen. Hij hoefde alleen maar de lijnen te trekken op zaterdag, want de schapen zorgden voor een perfecte grasmat.

image003’s Zondagsmorgens werden de schapen van het veld verdreven naar het land achter het veld en daarna werden de doelnetten opgehangen. Achter de doelen, waar het net de grond raakte, was een wit houten schot van zo’n halve meter hoog en dat zo breed was als de doelen. Langs de sloot aan de ene lange zijde van het veld lagen twee dregs, die werden gebruikt als de bal uit de sloot moest worden gehaald. In de ronde ijzeren ring aan het einde van de dreg paste precies een bal. Na enkele landingen in de sloot werd de leren bal steeds zwaarder. In de bal zat een binnenbal, die je met een veter in de buitenbal afsloot. Het kwam regelmatig voor dat de binnenbal lek raakte of zelfs knapte en dat zorgde voor veel hilariteit. Een lekke bal kon je bij Van Wallinga of Harm van der Molen laten repareren.image004image005

Als je tijdens een kopbal in aanraking kwam met de veter dan “piepte” je wel even! Een goed verzorgde bal moest net als de voetbalschoenen elke week in het ledervet worden gezet. Ook de aanraking met een voetbalschoen was niet aangenaam, want de neus van de schoen was verzwaard met heel hard leer of metaal. Als de schoenen nat waren vulden we die na de wedstrijd op met oude kranten, die er pas weer uit gehaald werden als er gevoetbald moest worden.
In onze jeugd mochten we pas lid worden van een voetbalclub als je 12 jaar was. Je kwam dan in de B-aspiranten en op je vijftiende in de A-aspiranten. Op je achttiende werd je senior. Wij voetbalden toch wel eens op de “heilige grasmat”, dat was tijdens het schoolvoetbaltoernooi in mei, waar alle Opsterlandse scholen op af kwamen. Er waren echte scheidsrechters in de persoon van Roel Lageveen, Heine Drenth en Roel Moed. Opstellingen regelden we allemaal zelf, het was al bijzonder dat meester Wapstra kwam kijken! Kort voor dit toernooi oefenden we o.a. tegen de lagere school uit Gorredijk en die derby vond ook plaats op dit veld. Vooraf werd dan een echte voetbal van v.v.Gorredijk gehaald bij Harm Schippers van “De Vlijt”. We gingen dan niet door de winkeldeur van de manufacturenzaak, maar achterom door een steeg. Er waren meer momenten dat we ons sportief plezier gingen halen in Gorredijk. Een flink aantal meisjes en jongens uit Kortezwaag was lid van de oudste sportvereniging in Gorredijk, namelijk de gymnastiekvereniging Stânfries, opgericht in 1885!image006

image007De lessen vonden plaats in het gymlokaal naast de lagere school in de Hoofdstraat in Gorredijk. Als de lessen waren afgelopen gingen we bij veel huizen aan de Langewal “belletje trekken”. Ook deden we de winkeldeuren wel eens een eindje open zodat de winkelbel ging rinkelen. In beide gevallen was het de bedoeling de bewoners een vergeefse tocht te laten maken. Meestal renden we van huis naar huis, maar soms verstopten we ons ook wel eens in de steeg naast woning of winkel. Dat kon gemakkelijk, want er waren stegen genoeg in die tijd! Boven het gymlokaal woonde de familie De Jong. De heer De Jong had aan het Marktplein een drankenhandel en de jongste zoon Johan werd later een begenadigd voetballer bij v.v.Gorredijk.

Eén keer per jaar hadden we gymnastiekuitvoering op het toneel van Hotel Sytsma. Ik herinner me nog dat bij de volwassenen turners als Hilbrand Rudolphy, Roelke Bergsma en Geertje van der Hoef diepe indruk op me maakten! In deze zaal werd er voor de kinderen van de lagere school ook wel eens een film gedraaid van b.v. Dik Trom, het was dus geen onbekend terrein. Later vond er ook mijn eerste ULO-fuif plaats en ook mijn eerste danskunsten heb ik er vertoond onder leiding van dansleraar Jild Kielstra uit Heerenveen .

image008Eens per jaar hadden we met Stânfries ook een turnbetoging, waarop met een aantal buurtverenigingen de kunsten werden vertoond op een weiland achter Schansburg. Vooraf marcheerden alle gymnasten achter het muziekkorps A.A.C. aan door Gorredijk en Kortezwaag. De meisjes van Stânfries in mooie witte gymjurkjes en wij in een wit hemd en een zwarte sportbroek. En allemaal met dat mooie embleem van Stânfries fier op de borst! Vanaf 1949 was er nog een derde sportclub en wel O.D.K., Ontspanning Door Korfbal. In tegenstelling tot de andere twee speelde deze club in Kortezwaag, waar op verschillende locaties is gespeeld. Ik herinner me dat de seriewedstrij- den, hét hoogtepunt voor elke korfbalclub in die tijd, werden gehouden op een weiland achter de boerderij van Piet Jongsma. De dochters van deze boer, Aaltje en Daatje, waren beide belangrijke pionnen in het eerste twaalftal. Ook schaatskampioene Tine de Vries hoorde bij de vedetten van ODK De eerste voorzitter van ODK was de onderwijzer van de lagere school in Kortezwaag, Lute Beth-lehem en de grote animator bij de jeugd was in die tijd onbetwist Anne van der Meulen, die eigenlijk iedereen alleen maar kende als “Lange Anne”.

Het ODK-twaalftal dat in 1950 kampioen werd van de 2e klasse F.K.B.. Staande v.l.n.r. Eise de Jong, Abe Hielkema, Klaas Idzinga, Harm de Jong, Tjitze van der Woude en Wiebe Lageveen. Midden v.l.n.r. Sim Hielkema, Tine de Vries, Zus Liemburg en Gretha van der Brug.                                       Vooraan Mieke Looyenga (links) en Zwaantje Homans.

Het ODK-twaalftal dat in 1950 kampioen werd van de 2e klasse F.K.B.. Staande v.l.n.r. Eise de Jong, Abe Hielkema, Klaas Idzinga, Harm de Jong, Tjitze van der Woude en Wiebe Lageveen. Midden v.l.n.r. Sim Hielkema, Tine de Vries, Zus Liemburg en Gretha van der Brug. Vooraan Mieke Looyenga (links) en Zwaantje Homans.


’s Winters werd er, ijs en weder dienende nog gesport op de ijsbanen van “ Eendracht” bij de kalkovens in Gorredijk en “Hâld Moed” in Kortezwaag tegenover boer Piet Jongsma. In een volgende aflevering kom ik nog eens terug op het wintervermaak bij deze twee verenigingen, waarvan je eigenlijk alleen maar donateur kon worden.