Gratis voorstellingen op het Oosterend

februari 21, 2015 in historie, nieuws door Redactie

Door Anne Veenstra

voorstelling 1

voorstelling 2Op de linkerfoto van zo’n 60 jaar geleden staat helemaal links nog een heel klein stukje van het huis van Ybele Stamhuis. Daarna volgden de huizen van Foppes, Akkermans, Veenstra, Van der Brug, De Vries en Boomsma. Op de rechter foto staan een paar van dezelfde huizen in 2013. Het kleine stukje links is het huis waar Foppes destijds woonde en daarna de toenmalige woningen van Akkermans, Veenstra, Van der Brug, De Vries en Boomsma.

Vóór dat Marten (iedereen noemde hem Kees) Boomsma zich er vestigde woonde Aise Kramer van Garage Kramer (later Van der Mei) er. Het echtpaar Kramer had twee al bijna volwassen kinderen, Tjitze en Jantje toen wij er kwamen wonen. Tjitze voetbalde in Gorredijk 1 en is met een dochter van hotelier Barend Veensma getrouwd. Als wij later in Leeuwarden moesten voetballen “speelden we de derde helft” in Huizum in het café dat Tjitze daar met zijn eega runde.

Toen Tjitze nog met zijn ouders op het Oosterend/Easterein woonde, gaf hij op mooie zomeravonden wel eens een gratis voorstelling op zijn Harley Davidson. Zonder met de benen op de grond te komen en zonder op de stoep of de berm te komen schreef hij met de Harley een cirkel op de straat. Echte, pure stuurmanskunst dus! Veel buurtgenoten aanschouwden de stuurmanskunsten van Tjitze vanaf de stoep voor hun huis. Deze stoep was net als die van ons hoger dan de overige stoepen en deze bestonden niet uit straatklinkers maar uit tegels. Tjitze kwam op een zaterdagmiddag ook eens met een voetbalelftal gedetineerden uit Veenhuizen een wedstrijd spelen op het veld van v.v.Gorredijk. Niet dat Tjitze een boef was hoor, maar als je weigerde om in militaire dienst te gaan, dan moest je twee jaar naar Veenhuizen.

voorstelling 3

voorstelling 4

Op de foto van v.v. Gorredijk zit Tjitze Kramer links vooraan, ernaast J.Bijlsma, R.Nauta en M.de Jong. Er achter v.l.n.r. H.v.d.Vliet (ook Oosterend), H.Drenth en S.de Boer. Helemaal achter S.Kerstma, B.Liemburg, W.Eppinga, J.Sijtsema , G.de Vos. Wiebe Eppinga heeft ook aan het Easterein gewoond, aan het eind in het houten huisje. Vandaar is hij naar Canada geëmigreerd. Hij is getrouwd met een dochter van Binne Houwing aan de Dwarsvaart, ik meen dat die Jeltje heet.

Na de familie Kramer kwam Kees Boomsma op het Easterein wonen en hij en zijn vrouw Afke hadden een in 1948 geboren zoon Jan, die sprekend op Kees leek. Achterin de tuin had Kees een aantal bevers in een betonnen vijver, maar die bezienswaardigheid ging verloren toen ze ontsnapten! Kees had vooreer een ander beroep, maar ik denk dat alle “âld Koartsweachsters” hem herinneren als verhuurder. Je kon veel bij hem huren en op maandagmorgen racede Kees op zijn bakfiets van de ene klant naar de andere met wasmachines of wasdrogers. Huisvrouwen waren gewend om nog vanachter de tobbe met hun handen de was schoon te krijgen. Alleen de hele rijke mensen konden zich een wasmachine veroorloven, maar Kees bracht verlichting met zijn verhuurbedrijf. Nauwlettend hielden de Kortezwaagster vrouwen in de gaten waar Kees zijn machines afleverde en dat werd ’s avonds natuurlijk met manlief besproken .Bij steeds meer vrouwen draaide weldra het nieuwe wereldwonder in de keuken. Tenminste als je elektriciteit had, want zonder deze energiebron kon zelfs Kees geen verlichting brengen! Er waren nog steeds huishoudens waar gas of zelfs butagas de enige energiebron was. Kees verhuurde ook bromfietsen en koffergrammofoons met 78 toeren platen. Die platen werden thuis waarschijnlijk regelmatig gedraaid, want zoontje Jan kende alle liedjes uit zijn hoofd en dan vooral het Jordaan genre. Hierbij moet je denken aan Tante Leen (Oh Johnny), Johnny Jordaan (Bij ons in de Jordaan( Mijn wiegie was een stijfselkissie), Willy Alberti (Oh mooie Westertoren)en Zwarte Riek(Hoe komt die kersenpit in de frambozenjam). Kleine Jan zorgde voor de reclame.

voorstelling 5

voorstelling 6

voorstelling 7

voorstelling 8

Op mooie zomeravonden klom Jan op verzoek van vele buurtgenoten in een brede vensterbank aan hun huis en een groot aantal Eastereinders omringden hem. Jan stal de show door een uitgebreid repertoire van de Jordaan zangers ten gehore te brengen. Enkele volwassenen grepen wel eens naar de portemonnee en daarna wilde Jan nog wel eens een toegift geven. Tot kinderbedtijd was het een vrolijke boel daar, met soms zelfs wel enigszins een Jordaantintje. Ook verzamelden de buurtgenoten op die mooie zomeravonden zich wel eens aan het einde van het Oosterend, waar “âlde” Stamhuis, de vader van Ybele, en Klaas Landstra woonden. Later woonden hier Lammert Dijkstra en Kieke Welles. Landstra, een kras oudje, stond bekend om zijn elastisch lichaam. Als hij goed gehumeurd was dan wilde hij wel eens op verzoek van ons, jongeren zijn kunstje vertonen. Hij ging er dan eens goed voor zitten in de brede vensterbank, pakte een voet in beide handen, bukte zijn hoofd een beetje en legde daarna de voet in de nek. Ook kon hij een stoel met één hand optillen, terwijl hij die helemaal onder aan een poot vasthield! Ja, wij leerden veel van de volwassen mensen, ook praatjes!

Regelmatig kwamen ook kunstenaars van elders naar het Oosterend en hoewel die voor ons jongeren voor gratis vertier zorgden werd er toch van onze ouders een bijdrage verwacht. Mannen met trekharmonica’s , draaiorgels of zelfs een vos aan een touwtje zorgden ervoor dat wij het dubbeltje of de stuiver van onze ouders in het centenbakje mochten gooien. De beroemdste was wel Jan de Roos uit Ureterp, die het hele Noorden per bus afreisde. Ook in de stad Groningen herinneren de ouderen Jan de Roos nog al te best. Zijn jas was versierd met allerhande medailles en hij had altijd een wandelstok bij zich, waarmee hij driftig zwaaiend zijn strofen kracht bijzette als hij weer eens een operalied van Verdi of Beethoven met veel vibratie vertolkte. Tijdens het zingen boog hij door de knieën en hing soms heel ver achterover. Je moest het niet wagen om minder dan een dubbeltje te geven en zelfs dat vond hij soms onaanvaardbaar, want zo liet je blijken goede kunst niet te waarderen of te begrijpen. En wij mochten hem al helemaal niet uitlachen of zingen “Jan de Roos met de poekel op de noos”! Dan keek hij zo kwaad dat we echt bang werden.

voorstelling 9

voorstelling 10

De allermooiste voorstellingen, in elk geval de meest ludieke en avontuurlijkste vonden plaats in café Lingsma bij de beheerders Jaap en Jet en zoon Sietze. Vooral avontuurlijk omdat de generale repetities van Ienfâld en Freonskip op winteravonden plaats vonden en dan was het dus donker. Ook de korfbalclub O.D.K. verzorgde met haar leden een toneelavond, of eigenlijk twee. Zowel de korfbalclub als de toneelclub organiseerde op de zaterdagavond én de zondagavond een voorstelling. Op zaterdag voor de leden en de donateurs en op zondagavond voor het jongvolk, dat niet alleen uit Kortezwaag maar ook uit de omgeving kwam.

voorstelling 11

voorstelling 12

Op de lagere school werd er bekend gemaakt wanneer de generale repetities waren en dan begon de voorpret al. We spraken af weer ver voor het begin aanwezig te zijn bij Lingsma. Soms maakten we dan voor het café op het hek met zitbankje een onderling praatje. Op diezelfde plek hadden we bij zomerse dagen ook wel eens een gesprek met Sietze Lingsma, die voor onderwijzer studeerde. Hij sprak graag over voetbal en de T.T. in Assen, waar hij wellicht naar toe ging. Wij kwamen dus te vroeg bij het café bijeen en maakten dan lol met tikspelletjes of verstoppertje, wat natuurlijk in het donker veel spannender was als overdag! Tot we het sein kregen dat we binnen mochten. Niet door de voordeur , maar via de steeg achterom en door twee deuren kwamen we in het “theater”, waar we o.a. genoten van de acteurs Annigje, Tinus, Wiebe, Jelle en al die anderen! .